Wat geloven die christenen nu eigenlijk?
Geschreven door Pieterjan Boom
Het geloof van de christenen begint bij God. De God van de christenen is een eeuwige God. Hij heeft zichzelf geopenbaard doorheen de schepping, de Bijbel, eigenlijk doorheen heel de wereldgeschiedenis.
God is. Hij is nooit ontstaan en kent geen enkele gelijke. Hij is een eeuwige God die zich geopenbaard heeft als de enige Eeuwige, Almachtige, Alwetende, Soevereine, Alomtegenwoordige, Rechtvaardige, Liefdevolle, Heilige, Genadige, Onveranderlijke, Unieke drie-ene God1 de schepper van hemel en aarde. 2
Een bewuste schepping, een bewuste keuze
God koos er voor om de mensen te scheppen en hun in het paradijs te plaatsen.
God schiep de mensen niet omdat Hij ze nodig had. Omdat Hij God is, heeft Hij niets nodig.
In het verleden van de eeuwigheid voelde Hij geen eenzaamheid, dus Hij was niet op zoek naar een “vriend”. Hij houdt van ons, maar dat is niet hetzelfde als ons nodig hebben. Als wij nooit bestaan hadden, was God nog steeds God geweest—de Onveranderlijke 3. De IK BEN 4 was nooit ontevreden met Zijn eigen eeuwige bestaan. Toen Hij het universum schiep, deed Hij wat Hem zelf beviel, en Zijn handeling was perfect. “Het was zeer goed”.5 6
Adam en Eva waren de eerste mensen en leefden in het paradijs waarover God ze had aangesteld. Ze mochten van alles eten, behalve van één boom: de boom van kennis van goed en kwaad. Door satan werden Adam en Eva echter verleid en kozen ze ervoor om tegen God te zondigen en toch van de vrucht te nemen.7 De zonde vormt nu het grote probleem tussen God en de mensen.
Omdat God heilig is kan hij de zonden op geen enkele manier toelaten. God kan de zonde niet gewoon negeren of wegvegen omdat dit tegen Zijn karakter ingaat en dit Zijn heiligheid en rechtvaardigheid zou aantasten.
Er moest dus een oplossing komen om de kloof die nu ontstaan was tussen God en de mensen te dichten. En om de relatie die God met de mensen had, te herstellen.
In het Oude Testament lezen we over hoe God op weg gaat met de mensheid en komen we te weten dat God Abraham uitkiest om door hem en door het volk van Israël een oplossing te gaan voorzien om de kloof van de zonden tussen God en de mensen te overbruggen. God sluit een verbond met Abraham en zet dit door met Israël dat Hij als Zijn eigen volk gekozen heeft uit alle volken. God kiest Israël niet omdat het nu zo een fantastisch volk was, omdat ze zo goed konden luisteren of om welke reden dan ook. 8 God koos dat volk omdat Hij dit zo besloten heeft en om door dit volk de wereld te tonen dat Hij de mensheid niet aan haar lot heeft overgelaten.
God stuurde het volk eerst naar Egypte. In Egypte groeiden de nakomelingen van Abraham uit tot een echt volk, een volk dat 400 jaar in slavernij leefde onder de Egyptische machthebbers.
Mozes wordt door God aangesteld als Zijn profeet en krijgt de opdracht van God zelf om naar de farao te gaan en de vrijlating van Gods volk te vragen. Om een lang verhaal kort te houden komt God zijn belofte aan Abraham na en beginnen de Israëlieten zo’n 10 plagen en 40 jaren later aan de verovering van het door God beloofde land. God maakt Israël tot Zijn eigen volk en gaat een verbond met hen aan. Hij geeft hun de wet en laat weten wat Hij als God van Zijn volk verwacht en wat de Joden van Hem mogen verwachten.9 God leidt Zijn volk en spreekt tot Zijn volk door profeten en rechters. Later kiest het volk om een koning aan te stellen.
De tweede koning over de Joden is koning David. David wordt als schakel gebruikt in God’s plan net als de vele andere personen in het Oude Testament. Door de ongehoorzaamheid van God’s volk greep God doorheen de hele geschiedenis van het Joodse volk steeds in, zelfs met een ballingschap voor Israël. God bewijst Zijn trouw door alle problemen en ongehoorzaamheid heen aan Zijn volk. Maar God gaat niet enkel op weg met het Joodse volk. De hele geschiedenis lang openbaart God wie Hij is en hoe Hij het probleem van de zonde zelf zal oplossen.
Schuldig voor God
De wet door God gegeven bewijst dat wij schuldig zijn. Wie de wet leest weet dat alle mensen schuldig zijn voor God en dat wij geen enkele kans maken om het goed te maken met God door iets voor Hem te doen. Wij kunnen niks doen om onze fouten te wissen van ons strafblad.10 De Joden konden naar de tempel gaan om offers te brengen voor hun zonden. Daar in de tempel konden ze een dier laten offeren in hun plaats. Voor de vergeving van de zonde, voor Christus er was, hadden wij een offer nodig. Een offer van een onschuldig, gezond en smetteloos dier. God had deze regeling voorzien voor de joden om vergeving te kunnen krijgen van hun zonden. Maar het was ook een voorafspiegeling van een offer dat nog gebracht zou worden: een onschuldig, foutloos en volmaakt offer. Een offer dat voor eens en altijd zou afrekenen met de schuldige eis van de wet.
God hield het niet enkel bij symbolen en voorafschaduwingen van wat ging komen. Hij gaf door Zijn geschiedenis met Zijn volk en door profeten grote en kleine aanwijzingen over het offer dat ging komen. Deze gebeurtenissen en voorspellingen werden opgeschreven in de boeken die we nu kennen als het Oude Testament. Het vormt de basis waarom christenen geloven dat Jezus de beloofde Messias is.
Kerstmis
Ongeveer 2000 jaar geleden verscheen er een engel aan Maria en vertelde haar dat ze een zoon zal krijgen en hem Jezus moet noemen. De engel vertelde dat Hij Zoon van de Allerhoogste genoemd zal worden en God Hem de troon van Zijn vader David tot in eeuwigheid zal geven. Dat er aan zijn koningschap geen einde zal komen. Maria werd zwanger als maagd zoals de engel gezegd had. 11 Jezus groeide op in het gezin van Jozef en Maria en begon aan zijn openbare bediening rond zijn 30ste levensjaar.
Ongeveer drie jaar ging Hij rond in Israël en verkondigde het koninkrijk van God. Hij was volledig mens én volledig God. Volmaakt in alles wat Hij deed in die zin dat hij misschien wel fouten gemaakt heeft, 12maar nooit gezondigd heeft, op geen enkele manier. Door Zijn keuze om als God zijnde Zijn schepping binnen te komen en onder de mensen te leven, te ervaren wat wij ervaren, te beleven wat wij beleven, kon Hij onze Hogepriester zijn en voor ons het offer brengen wat vereist was voor onze verlossing volgens de eis van de wet. 13 Tijdens de bediening van Jezus op aarde vervulde Hij de profetieën die over Hem gedaan waren door de profeten uit het Oude Testament. Grote en kleine profetieën met hoogtepunten zoals Zijn wonderlijke geboorte, Zijn wonderen, onderwijs, dood, en bovenal Zijn opstanding.
Het grote kantelmoment
Jezus was niet zomaar een man die goed kon spreken en de mensen wist te entertainen. Jezus was ook niet één of andere oplichter die voordeel uit zijn volgers wilde halen. Soms was Hij zelfs heel hard en op de hoogtepunten van zijn populariteit zei Hij soms dingen waardoor mensen massaal van hem weg gingen. 14 Een van de dingen die Hij zei is uiteindelijk zelfs zijn dood geworden.
Hoewel Hij naar de aarde is gekomen om te sterven aan het kruis, was Zijn claim God te zijn teveel voor de joodse leiders uit Zijn tijd. Jezus Zijn claim dat Hij God is én dat Hij en de Vader één zijn, werd door de joodse leiders als godslastering beschouwd en gezien als een bedreiging voor het Jodendom. Dit leidde tot wat wij nu kennen als de laatste dagen van Jezus waarin Jezus naar Jeruzalem reist, Zijn eigen dood herhaaldelijk voorspelde, verraden werd door Judas en als gevangene werd weggevoerd om zich te verklaren voor de raad van de joodse leiders. Daar claimde Jezus Zijn goddelijkheid op basis van de profetieën uit het Oude Testament.15 Nadat Jezus door Pilatus verhoord is, wordt Hij onder druk van de joodse leiders veroordeelt tot de kruisdood. Zelfs aan het kruis wees Jezus nog met Zijn laatste woorden op profetieën uit het Oude Testament die gaan over Zijn sterven. 16
Jezus’ dood en opstanding was niet het einde van wat christenen geloven, maar eerder het ultieme kantelmoment waar heel de schepping al sinds de zondeval naar uitzag. De vraag voor iedere christen is dan wat Jezus Zijn dood aan het kruis eigenlijk betekent voor de mensheid.
Het grote oordeel
Omdat iedere mens zondigt, zullen we na dit leven voor God komen te staan en verantwoording moeten afleggen voor alles wat we in ons leven gedaan hebben. Onze goede daden zullen onze slechte daden niet kunnen uitwissen. We zullen geen enkele reden kunnen aanbrengen waarom God ons zomaar in de hemel binnen moet laten. Hij zal ons eerlijk en rechtvaardig oordelen volgens Zijn heilig en rechtvaardig karakter. De wet zal eisen dat elke fout bestraft wordt en er genoegdoening komt voor elke overtreding. De Bijbel is heel duidelijk hierin: het loon van de zonde is de dood. De dood is in de wereld gekomen door de zonde en alle mensen zijn in zonde vervallen. Wat Jezus Christus voor ons gedaan heeft door Zijn vrijwillige daad – het sterven aan dat kruis – is dat Hij die straf van bij ons oordeel gedragen heeft. Jezus is gestorven in de plaats van zij die aanvaarden dat God rechtvaardig is in Zijn oordeel en daarom een straf niet kan wegvegen alsof het nooit gebeurd is, maar Zijn rechtvaardigheid moet behouden in de uitvoering van onze veroordeling. En ook aanvaarden dat Jezus voor hen deze straf gedragen heeft. Zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.17 Je bent niet behouden door jouw daden of omdat je zo’n fantastische christen bent, maar enkel door geloof in Jezus Christus. De Bijbel zegt:
Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door Christus Jezus. Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt (Efeze 2:4-10).
Jouw vrije wil
Zoals Hij zelf voorspeld en beloofd heeft doorheen de ganse geschiedenis van de mensheid en van het joodse volk, zorgt God ervoor dat door de kruisdood en opstanding van Jezus mensen gered kunnen worden van de gevolgen van hun zonden.
Het leven hier op aarde is slechts een tijdelijke situatie. Het is een tijd en plaats waar we voor of tegen God kunnen kiezen. God geeft mensen een vrije wil om goed of slecht te doen; om wel of niet Zijn aanbod van vergeving door het vervangende offer van Jezus te kiezen.
Die keuze heeft invloed op ieder aspect van ons leven hier op aarde. Als we voor God kiezen, zal ons leven daarvan getuigen en zal wat we zeggen, denken én doen beïnvloed worden door het leven en sterven van Jezus Christus. De mens is geestelijk dood, maar God zelf zet de eerste stappen door ons een nieuw hart en een nieuw verlangen te geven; dat verlangt naar God niet omdat wij zo vroom zijn, maar omdat God het initiatief neemt.
We behouden onze vrije wil maar onderwerpen ons tegelijk aan God. Dat betekent dus dat christenen nog altijd zondigen – ook tijdens hun leven als christen – maar aan de eis van de wet om rechtvaardigheid en genoegdoening is voor eens en altijd voldaan. Zoals de priesters in de tempel vroeger steeds opnieuw offers moesten brengen vanwege de onvolmaaktheid van de offers, is Jezus vrijwillig naar het kruis gegaan om voor onze zonde geofferd te worden. Als perfect en foutloos offer dat alle zonden van de wereld op zich nam zodat wij terug bij God kunnen komen. Er is geen aanvullend offer meer nodig. Er zijn geen aanvullende daden meer mogelijk om bij te dragen aan de redding van een mens. 18
De Bijbel
Na het leven van Jezus is de kerk pas echt ontstaan. De meeste christenen zullen Hemelvaart en Pinksteren zien als de echte start van de kerk. Sindsdien is er veel geschreven en gezegd over Jezus en over God’s plan met de mensheid. De belangrijkste en enige gezaghebbende geschriften daarover zijn de collectie boeken die we nu de Bijbel noemen. De 66 boeken van de Bijbel zijn niet door God of Jezus geschreven. De Bijbel bestaande uit het Oude en het Nieuwe Testament is een collectie boeken en brieven die geschreven zijn door waarschijnlijk 40 auteurs van verschillende achtergronden over een lange tijdsperiode. De rode draad doorheen de ganse Bijbel is het offer van Jezus en de herstelling van de relatie tussen God en mens.
We geloven dat de Bijbel geïnspireerd is door God en dat God door deze schrijvers, door de natuur, de geschiedenis, openbaring, enz…, communiceert met de mensheid. God heeft Zijn boodschap perfect bewaard sinds de schepping tot Jezus en sinds Jezus tot Hij terug zal komen om Zijn gemeente te halen. De kerk heeft menselijk gezien een paar goede en slechte dagen gehad, maar is sinds het begin altijd geleid geweest door de Heilige Geest. God zelf waakt over Zijn kerk en niets of niemand kan dat tegengaan. 19
Na de dood zullen we voor God komen te staan en daar hebben we twee mogelijkheden: of we zijn door het offer van Jezus gerechtvaardigd of we zijn dat niet, en zullen zelf moeten instaan voor de gevolgen van onze keuzes. Als we niet gerechtvaardigd zijn door het offer van Jezus zal God ons op basis van onze daden rechtvaardig veroordelen. Het gevolg is dat we dan onheilig zijn en niet in Zijn aanwezigheid zullen kunnen verblijven. Wat kort gezegd inhoud dat je niet in de hemel binnen zult gaan maar naar de hel gaat.
De hel is een plaats voor alle mensen en engelen die tegen God gekozen hebben. God is daar totaal afwezig. De meeste christenen gaan er op basis van Bijbelteksten vanuit dat de hel ook een eeuwig bestaan heeft. Een plaats zonder het goede tot beschrijvingen van een plaats met enkel het meest gruwelijke. Voor diegenen die tijdens hun leven op aarde aanvaard hebben dat Jezus hun straf gedragen heeft aan het kruis en Jezus erkennen als hun redder, die zullen worden gered van het oordeel. Zoals Romeinen 10:9-11 zegt:
Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’
Voor hen die gered worden door de genade die God ons schenkt als een onverdiend cadeau (niet op basis van werken) is er eeuwig leven met God. Het eeuwig leven met God houdt in dat we samen bij en met hem mogen leven in eeuwigheid. God zal ons lichaam herstellen in een nieuwe en perfecte vorm. Vrij van de aftakeling die we op aarde kennen. Daar zal geen pijn of andere ellende zijn, zullen we God echt leren kennen en leven in de hemel: de (ver)nieuwe aarde, het nieuwe Jeruzalem. Dit is het verlangen van God; Hij heeft de mensen geschapen om eeuwig te leven en Hem te kennen. 20
Een leven als christen
Het leven van een christen nu op aarde draait al om wat God van ons vraagt. Van christenen wordt verwacht dat ze zich inzetten voor de verspreiding van het goede nieuws en voor de noden van de mensen om ons heen. We leven niet in een christelijke bubbel van kerkmuren, maar staan als vreemdelingen en gasten in deze wereld uitziend naar wat gaat komen en ons inzettend voor waar en wie we nu zijn. Zodat zelfs door ons heen God zijn licht aan de wereld kan laten schijnen. Niet dat Hij ons nodig heeft of dat wij onze inzet nodig hebben voor onze redding, maar uit dankbaarheid voor wat Hij voor ons gedaan heeft en nog doet.
Christenen komen samen in grote en kleine groepen, in kerken en overal. Er is geen enkele kerk die zich met recht de ware kerk van God kan noemen. Het is eerder een algemene, wereldwijde kerk van gelovigen die samenkomt met een grote diversiteit wat stijl en beleving betreft, maar één in leer is en gefundeerd in de Bijbel. Als kerk aanbidden en verkondigen zij God, uitziend naar de dag dat Jezus zal terug komen en Zijn kerk zal ophalen.
De lokale kerk wordt vaak geleid door iemand die theologische studies gevolgd heeft in een school of iemand die zich bekwaamd heeft door zelfstudie, maar er bestaat niet zoiets als een echte aanwijsbare leider van dé kerk op aarde. Lokaal zijn kerken vaak aangesloten bij netwerken of denominaties die waken over het onderwijs en de mensen. Los van dit soort praktische zaken staat Jezus aan het hoofd van de kerk en de gemeente en worden de gelovigen geleid door de Heilige Geest.
Referenties
De referenties zijn bedoeld als aanzet om zo een paar plaatsen aan te reiken waar de lezer zelf de bronteksten in hun context kan opzoeken. We proberen op geen enkele manier alle mogelijke referenties te geven voor deze onderwerpen. In dat geval zou deze lijst vele malen langer moeten zijn.
1. Het concept van de drie-eenheid is eigenlijk een samenvatting van de openbaring van God zelf in Zijn woord. De drie-eenheid bestaat uit God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. God is één wezen, bestaande uit drie personen. Gelijk aan elkaar en ondeelbaar van eeuwigheid tot eeuwigheid. Er bestaat niks in of buiten de schepping waarmee we God kunnen vergelijken zonder Hem tekort te doen.
2. Genesis 1-2, Johannes 1:1-5, Kolossenzen 1:16 & Openbaring 4:11
3. Maleachi 3:6
4. Exodus 3:14
5. Genesis 1:31
6. https://www.gotquestions.org/Nederlands/waarom-schiep-God.html
7. Genesis 3
8. Deuteronomium 7:6-7, Exodus 19:3-6
9. Exodus
10. Exodus 20
11. Lukas 1:34-35, Lukas 1 & Jesaja 9:5-6
12. De fouten die christenen hier bedoelen, zijn te vinden in de voorbeelden van eens een bord laten vallen, een scheve meubel maken in zijn vaders werkplaats, spelfouten in de schoolbanken. Maar niks wat op welke manier dan ook als zonde zou kunnen beschouwd worden.
13. Filippenzen 2, Hebreeën 2
14. Bijvoorbeeld in Johannes 6:60-69
15. Marcus 14, Marcus 14:62, Psalm 110:1 & Daniel 7:13
16. Matt. 27:46, Marcus 15:34 & Psalm 22
17. Johannes 3
18. Romeinen H5- H9
19. Matt. 16:18, Judas 3
Er zijn duizenden oude manuscripten die bijdragen aan de bewijslast van de betrouwbaarheid van overlevering van de Bijbel. De Bijbel wordt als het meest historische en onderbouwbaar boek uit de Oudheid gezien.
20. Openbaringen: de hel is de totale afwezigheid van God’s goedheid. God heeft ons niet geschapen om naar de hel te gaan, maar als we echt niet bij Hem willen zijn, zal Hij ons niet verplichten om naar de hemel te gaan.